ADSL-modem
H

A

N

D

L

E

I

X5

D

I

N

G


AUTEURSRECHT EN HANDELSMERKEN
Dit document bevat door het auteursrecht beschermde fabrikant-specifieke
(proprietary) informatie. Deze handleiding en alle bijbehorende hardware,
software en documentatie zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets uit dit
document mag in enigerlei vorm worden gefotokopieerd of

vermenigvuldigd, hetzij mechanisch, hetzij elektronisch of door andere
middelen.
De fabrikant garandeert niet dat de hardware naar behoren zal werken in
elke omgeving en voor alle toepassingen en geeft geen garantie of
verklaring, hetzij uitdrukkelijk of stilzwijgend, inzake de kwaliteit, prestaties,
verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel van de software of
documentatie. De fabrikant behoudt zich het recht voor om wijzigingen in de
hardware, software en documentatie aan te brengen zonder daarbij verplicht
te zijn personen of organisaties van de herziening of wijziging op de hoogte
te stellen.

Alle merk- en productnamen zijn de handelsmerken van hun respectieve
eigenaars.

© Copyright 2003
Alle rechten voorbehouden.


Inhoudsopga ve
1 I NSTALLATI E-I NSTRUCTI ES......................................... 4
1.1
1.2
1.3
1.4

BELANGRIJK! VOORDAT U BEGINT ......................................... 4
I NHOUD VAN DE DOOS........................................................ 6
SNELSTARTGIDS ............................................................... 6
ALS U HULP NODIG HEEFT...................................................14


2 GEAVANCEERDE SETUP-OPTI ES................................. 15
2.1 HOE MOETEN DE GEAVANCEERDE OPTIES WORDEN GEBRUIKT? .....15
2.2 WAN-INSTELLINGEN.........................................................16
2.3 LAN-INSTELLINGEN ..........................................................21
2.4 NAT-FIREWALL ...............................................................22
2.5 VIRTUELE SERVER ............................................................23
2.6 DMZ ............................................................................27
2.7 DNS ............................................................................29
2.8 ADSL-CONFIGURATIE .......................................................31
2.9 ROUTETABEL ..................................................................31
2.10 ALLERLEI .....................................................................34
3 SYSTEEMBEHEER ........................................................ 36
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5

SYSTEEMSTATUS CONTROLEREN ...........................................36
ADSL-STATUS CONTROLEREN .............................................37
SYSTEEMBEHEERTAKEN ......................................................39
UNIT OPNIEUW OP STANDAARDWAARDEN INSTELLEN .................40
FIRMWARE VAN UNIT BIJWERKEN..........................................41

4 MODEM VERWI JDEREN .............................................. 43
BI JLAGE A: I NFORMATI E OVER VOOR- EN
ACHTERPANEEL ............................................................. 44
BI JLAGE B: ONLI NE SPELLEN EN X5 ............................. 46
GEBRUIK VAN X5 MET XBOX® LIVE ............................................46
GEBRUIK VAN X5 MET PLAYSTATION® 2......................................47

BI JLAGE C: UW BROWSER CONFI GUREREN.................. 49
BI JLAGE D: GEBRUI KERS VAN MACI NTOSH EN LI NUX:
TCP/ I P-I NSTELLI NGEN CONFI GUREREN ...................... 53
BI JLAGE E: PROBLEEMOPLOSSI NG ............................... 58
BI JLAGE F: WET- EN REGELGEVI NG .............................. 60


1
Insta lla tie- instructies
1.1 Bela ngrijk! Voorda t u begint
Voordat u de modem installeert, moet u DSL-service beschikbaar
hebben op uw telefoonlijn. Hiervoor moet u een abonnement
afsluiten met een DSL-serviceprovider. De serviceprovider maakt
DSL beschikbaar, kent u (zo nodig) een gebruikersnaam en
wachtwoord toe en geeft u de communicatie-instellingen die u
nodig heeft om u aan te melden op het providernetwerk.
Zorg dat u uw gebruikersnaam en wachtwoord bij de hand heeft
wanneer u de modem installeert.
Gebruikersnaam _________________________

Wachtwoord _________________________

Onderstaande tabel bevat enkele DSL-breedbandcommunicatieinstellingen. Deze tabel is uitsluitend voor verwijzingsdoeleinden.
In de meeste gevallen hoeft u deze informatie niet in te voeren;
gewoonlijk worden deze gegevens automatisch ingevoerd als zij
nodig zijn voor de installatieprocedure van de serviceprovider.

4

X5 ADSL-modem – Handleiding



Service Provider

VPI VCI Encapsulation

Belgium-ADSL Office

8

35

Belgium-Turboline
Denemarken-Cybercity,
Tiscali
Frankrijk (1)
Frankrijk (2)

8
0

35
35

8
8

35
67


Ijsland-Islandssimi
Ijsland-Siminn
Itali!
The Netherlands-MX Stream
Portugal
Saudi-Arabi! (1)
Saudi-Arabi! (2)
Saudi-Arabi! (3)

0
8
8
8
0
0
0
0

35
48
35
48
35
33
35
33

Saudi-Arabi! (4)

0


33

Saudi-Arabi! (5)

0

35

Saudi-Arabi! (6)

0

35

Spanje-Albura, Tiscali
Spanje-Colt Telecom, Ola
Internet
Spanje-EresMas, Retevision
Spanje-Telefonica (1)
Spanje-Telefonica (2), Terra

1
0

32
35

8
8

8

35
32
32

Spanje-Wanadoo (1)
Spanje-Wanadoo (2)
Spanje-Wanadoo (3)

8
8
8

35
32
32

Zweden-Telia

8

35

Zweden-Telenordia
Zwitserland
Verenigd Koninkrijk (1)
Verenigd Koninkrijk (2)
Verenigde Staten
Venezuela-CANTV


8
8
0
0
0
0

35
35
38
38
35
33

Hoofdstuk 1: Installatie-instructies

Routed IP over ATM LLCSNAP (RFC
1483)
PPPoA LLCSNAP (RFC 2364)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoA LLCSNAP (RFC 2364)
PPPoA (RFC 2364) or PPPoE (RFC
2516)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoE LLCSNAP (RFC 2516)
PPPoE LLCSNAP (RFC 2516)

PPPoE LLCSNAP (RFC 2516)
Bridged IP over ATM LLCSNAP (RFC
1483)
Routed IP over ATM LLCSNAP (RFC
1483)
Bridged IP over ATM LLCSNAP (RFC
1483)
Routed IP over ATM LLCSNAP (RFC
1483)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoE LLCSNAP (RFC 2516)
Routed IP over ATM LLCSNAP (RFC
1483)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoE LLCSNAP (RFC 2516)
Routed IP over ATM LLCSNAP (RFC
1483)
Bridged IP over ATM VCMUX (RFC
1483)
PPPoE (RFC 2516)
PPPoE LLCSNAP (RFC 2516)
PPPoA VCMUX (RFC 2364)
PPPoE LLCSNAP (RFC 2516)
PPPoE LLCSNAP (RFC 2516)
Routed IP over ATM LLCSNAP (RFC
1483)

5



1.2 Inhoud va n de doos
De verpakking bevat naast deze handleiding de volgende artikelen:
•
•
•
•
•
•
•

ADSL-modem
netadapter en netsnoer
straight-through Ethernet-kabel
USB-kabel
RJ-11-telefoonsnoer
RJ-11-adapter voor muuraansluiting (alleen bepaalde modellen)
cd-rom met installatiesoftware, garantie en informatie over
klantenondersteuning
• telefoonfilter(s) (alleen bepaalde modellen)
Als een artikel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met
uw leverancier.

U heeft ook het volgende nodig
•

Een Macintosh-, Linux- of Windows 98/98SE/2000/Me/XPcomputer uitgerust met een netwerkinterfacekaart (NIC) of een
Windows 98/98SE/2000/Me/XP-computer uitgerust met een
USB-poort.


•

Een telefoonaansluiting in de muur om de modem aan te
sluiten. DSL-service moet beschikbaar zijn op de bijbehorende
telefoonlijn.

1.3 Snelsta rtgids
Uw computer moet aanstaan.
Gebruikers van Windows: U kunt uw X5-unit op de Ethernet- of
USB-poort van uw computer aansluiten.
Gebruikers van Macintosh en Linux: U kunt uw X5-unit op de
Ethernet-poort van uw computer aansluiten.
Volg onderstaande instructies afhankelijk van uw voorkeur.

6

X5 ADSL-modem – Handleiding


Gebruikers va n Windows:
Met gebruik van een willekeurige combinatie van Ethernet- en
USB-contacten kunt u meerdere computers op uw X5-unit
aansluiten en toegang tot internet delen.
Gebruikers va n Ma cintosh en Linux:
U kunt de vier Ethernet-contacten van de X5 gebruiken om
meerdere computers aan te sluiten en toegang tot internet te
delen.

Aa nsluiten via de Ethernet- optie


1

Gebruikers van Macintosh en Linux:
U hoeft de software op de cd-rom niet uit te voeren.
Ga naar stap 2 hieronder.
Gebruikers van Windows 98/ 98SE, Me, 2000 en XP:
Installeer de software voordat u de hardware aansluit.

a Plaats de bijgeleverde cd-rom in de computer. De cd start
automatisch en het hoofdmenu wordt geopend. (N.B. Als
de cd niet automatisch start, gaat u op het bureaublad
naar Start | Uitvoeren en typt u E:\setup.exe, waarbij
E de letter van uw cd-romstation is. Klik op OK.)

b Klik op de knop naast ADSL Modem Installation
Wizard en klik vervolgens op de optie Ethernet. De
software wordt automatisch geïnstalleerd.

c Als de installatie klaar is, wordt u gevraagd om op Finish
te klikken.
Hoofdstuk 1: Installatie-instructies

7


2

Alle hardware wordt aangesloten op het achterpaneel van de
modem. (Op pagina 44 vindt u een handige tabel waarin deze

poorten (de contacten) van het achterpaneel worden
omschreven.)

a Sluit een van de uiteinden van het bijgeleverde
telefoonsnoer aan op het ADSL-contact van de unit en
steek het andere uiteinde in de telefoonaansluiting in de
muur.

b Sluit een van de uiteinden van de straight-through
Ethernet (10BaseT)-kabel aan op het ETHERNETcontact van de modem en steek het andere uiteinde in de
corresponderende Ethernet-poort van de computer.

c Sluit een van de uiteinden van de bijgeleverde netadapter
aan op het PWR-contact en sluit het andere uiteinde aan
op een stekkerblok of stopcontact in de muur.

d Druk op de ON/ OFF-tuimelschakelaar om de unit aan
te zetten. Het PWR-lichtje op het voorpaneel van de unit
gaat branden.

N .B. U kunt de X5 ook verbinden met een toegangspunt of
een netwerkhub via het ETHERNET-contact en zo
meerdere computers aansluiten.
– Als uw hub beschikt over een uplink- of daisychain-poort,
kunt u de bijgeleverde straight-through Ethernet-kabel
gebruiken om beide aan te sluiten.
– Als uw hub beschikt over een genummerde poort of als u
gebruik maakt van een toegangspunt, heeft u een crossover
Ethernet-kabel nodig (apart verkrijgbaar).
In deze handleiding is een X5-Ethernet-verbinding een

verbinding met een computer, een toegangspunt of een hub.

3

Zet de computer opnieuw aan.

4

De unit voert een opstartroutine uit – het LINK-lichtje
knippert op het voorpaneel. (Op pagina 45 vindt u een
handige tabel waarin de lichtjes van het voorpaneel van de
modem worden omschreven.) Als het LINK-lichtje niet
langer knippert en blijft branden, gaat u naar Communicatie
met de X5 tot stand brengen (pagina 10).

8

X5 ADSL-modem – Handleiding


Aa nsluiten via de USB- optie

1

U moet de vereiste USB-software op uw Windowscomputer installeren voordat u de hardware aansluit.

a Plaats de bijgeleverde cd-rom in de computer. De cd start
automatisch en het hoofdmenu wordt geopend: (N.B. Als
de cd niet automatisch start, gaat u op het bureaublad
naar Start | Uitvoeren en typt u D:\setup.exe, waarbij

D de letter van uw cd-romstation is.)

b Klik op de knop naast ADSL Modem Installation
Wizard en klik vervolgens op de optie USB. De software
wordt automatisch geïnstalleerd. Als de installatie klaar is,
wordt het hoofdmenu geminimaliseerd voor later gebruik
en verschijnt een pictogram voor de Zoom Web Console
op uw bureaublad.

2

Alle hardware wordt aangesloten op het achterpaneel van de
modem. (Op pagina 44 vindt u een handige tabel waarin deze
poorten (de contacten) van het achterpaneel worden
omschreven.)

a Sluit een van de uiteinden van de bijgeleverde netadapter
aan op het PWR-contact en sluit het andere uiteinde aan
op een stekkerblok of stopcontact in de muur.

b Druk op de ON/ OFF-tuimelschakelaar om de unit aan
te zetten. Het PWR-lichtje op het voorpaneel van de unit
gaat branden.

c Sluit een van de uiteinden van het bijgeleverde
Hoofdstuk 1: Installatie-instructies

9



telefoonsnoer aan op het ADSL-contact van de unit en
steek het andere uiteinde in de telefoonaansluiting in de
muur.

d Sluit een van de uiteinden van de USB-kabel aan op het
USB-contact van de modem en steek het andere uiteinde
in de corresponderende USB-poort van de computer.

3

4

De unit voert een opstartroutine uit – het LINK-lichtje
knippert op het voorpaneel. (Op pagina 45 vindt u een
handige tabel waarin de lichtjes van het voorpaneel van de
modem worden omschreven.)
N .B. Er kan een dialoogvenster Nieuwe hardware
gevonden verschijnen met de voortgang van de installatie; u
hoeft gewoonlijk niets te doen. Als u echter Windows XP
gebruikt, moet u wellicht op Volgende klikken.
Afhankelijk van uw besturingssysteem verschijnt een
dialoogvenster Hardware-installatie met een
aansprakelijkheidsafwijzing of het dialoogvenster Kan
digitale handtekening niet vinden. U kunt deze berichten
negeren en op Ja of Toch doorgaan klikken.
Gebruikers van Windows XP: Klik op Voltooien als u
daarom wordt gevraagd.
Als de opstartroutine compleet is, knippert het LINK-lichtje
niet langer en blijft het branden. Ga door met
Communicatie met de X5 tot stand brengen hieronder.


Communica tie met de X5 tot sta nd brengen

1

10

Afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer,
heeft u nu een pictogram voor de Zoom Web Console op uw
bureaublad staan.
•

Als het pictogram er staat, dubbelklikt u erop om het
dialoogvenster Network Password weer te geven.

•

Als u geen pictogram voor de Zoom Web Console op uw
bureaublad heeft staan, opent u uw webbrowser, typt u
http:/ / 10.0.0.2 en drukt u op Enter om het
dialoogvenster Network Password weer te geven.

X5 ADSL-modem – Handleiding


N .B. Als u uw webbrowser niet kunt openen, is het mogelijk
dat u uw internetinstellingen moet bijstellen. Zie pagina 49
voor instructies.
N .B. Deze gebruikersnaam en het netwerkwachtwoord
verschillen van diegene die u van uw serviceprovider

heeft gekregen. Zij verschaffen extra beveiliging voor
de instellingen van uw ADSL-unit.
Typ de standaardgebruikersnaam en het
standaardwachtwoord voor de X5 in.
•

Gebruikersnaam=admin

•

Wachtwoord=zoomadsl

Let op: De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn
hoofdlettergevoelig.
Tip: Als het dialoogvenster Network Password niet
verschijnt, voert u de volgende stappen in de opgegeven
volgorde uit:

a Controleer nogmaals alle aansluitingen.
b Start de modem en computer opnieuw.
c Voer een ‘harde’ reset uit. (Zie pagina 40.)

Hoofdstuk 1: Installatie-instructies

11


2

De pagina Basic Setup verschijnt. Er is nu communicatie

met uw modem tot stand gebracht. Deze pagina geeft nadere
informatie over uw internetverbinding en bevat informatie die
door de X5 wordt gebruikt om automatisch een verbinding
met uw serviceprovider tot stand te brengen.

a Controleer of de instellingen voor VPI, VCI en
Encapsulation overeenstemmen met de instellingen die u
van uw serviceprovider heeft gekregen. (Zie zo nodig de
tabel op pagina 5 of raadpleeg uw provider.)

b Geef uw login-gebruikersnaam en -wachtwoord op die u
van uw serviceprovider heeft gekregen.

c Optioneel: Typ een servicenaam als u er een van uw
serviceprovider heeft gekregen.

d Klik op Save Changes en klik vervolgens op Write
Settings to Flash and Reboot. Nadat de computer
opnieuw is opgestart en de unit is gereset (als het LINKlichtje op het voorpaneel opnieuw blijft branden), is uw
modem klaar voor gebruik. U kunt een andere
webbrowser openen of de al geopende browser
gebruiken om toegang te krijgen tot internet.
12

X5 ADSL-modem – Handleiding


BELAN GRIJK:
Elke keer dat u wijzigingen op de pagina Basic Setup
aanbrengt, moet u achtereenvolgens op Save Changes

en Write Settings to Flash and Reboot klikken. Er
verschijnt een bevestigingsbericht (Confirm). Klik op de
knop om het proces te voltooien. Als u dat niet doet,
gaan alle wijzigingen verloren zodra u naar een andere
pagina gaat.

Telefoonfilters gebruiken
U moet een filter gebruiken met elk apparaat – telefoon,
faxapparaat, analoge modem etc. – dat mee de DSL-lijn gebruikt,
om te voorkomen dat het apparaat storingen ontvangt wanneer de
DSL modem aanstaat.
Voor andere apparaten op de DSL-lijn sluit u het telefoonsnoer
van het apparaat aan op het PHONE-uiteinde van het filter en
steekt u het LINE-uiteinde in de muuraansluiting. Bepaalde X5modellen worden met filters geleverd. Extra filters zijn verkrijgbaar
in de winkel of bij een serviceprovider.
Nu dat uw modem is geïnstalleerd en de juiste filters zijn bevestigd,
bent u klaar. Wij wensen u veel plezier met het gebruik van de X5.
De rest van deze handleiding bevat informatie die is bestemd voor
gebruikers die meer willen weten over extra functionaliteit of voor
gebruik later – er zijn bijvoorbeeld hoofdstukken over
geavanceerde setup-opties en systeembeheer. Zie de
inhoudsopgave.
Hoofdstuk 1: Installatie-instructies

13


1.4 Als u hulp nodig heeft
•


Als u problemen heeft met de installatie van de hardware, staan
de medewerkers van onze technische ondersteuning u graag
bij.
Gebruikers van Windows: Zie het gedeelte over de
klantenondersteuning op de cd voor contactinformatie. Of ga
naar de veelgestelde vragen, Frequently Asked Questions, op
de cd.
Gebruikers van Macintosh en Linux: U vindt informatie
over de klantenondersteuning en documentatie in Adobe PDFformaat in de toepasselijke mappen in de directory van de cdrom.

•

14

Als u problemen met uw DSL-service ondervindt, neemt u
contact op met uw DSL-serviceprovider.

X5 ADSL-modem – Handleiding


2
Gea va nceerde setup- opties
Naast de elementaire setup-opties beschikt de X5-unit over
opties voor gespecialiseerde of geavanceerde instellingen. Het
merendeel van de gebruikers heeft deze opties niet nodig. De
X5 is zo gemaakt dat de elementaire setup-instellingen
voldoende zijn voor de meeste gebruikers. Dit hoofdstuk is
alleen van toepassing als u geavanceerde taken wilt uitvoeren.

2.1 Hoe moeten de gea va nceerde opties

worden gebruikt?
Alle geavanceerde configuratie-instellingen zijn toegankelijk vanuit
de pagina Advanced Setup. Klik op het betreffende pictogram
boven aan de hoofdpagina van de X5-interface. (Als u de X5 heeft
afgesloten en niet meer weet hoe u communicatie met de unit tot
stand brengt, zie dan pagina 10.)

Hoofdstuk 2: Geavanceerde setup-opties

15


BELAN GRIJK:
Elke keer dat u wijzigingen op een van de pagina’s onder
Advanced Setup aanbrengt, moet u achtereenvolgens op Save
Changes en Write Settings to Flash and Reboot klikken.
Er verschijnt een bevestigingsbericht (Confirm). Klik op de
knop om het proces te voltooien. Als u dat niet doet, gaan alle
wijzigingen verloren zodra u naar een andere pagina gaat.

2.2 WAN - instellingen
De pagina met WAN-instellingen bevat informatie over uw Wide
Area Network (WAN) ADSL-setup en over hoe u toegang krijgt
tot internet. Klik op WAN Settings op de pagina Advanced
Setup. Er verschijnt een scherm met verschillende in te vullen
velden. Voor elk veld of elke categorie vindt u hieronder een
handige tabel. N.B. Alle instellingen die u via de pagina Basic
Setup opgeeft, worden op de pagina met de WAN-instellingen
weergegeven.


16

X5 ADSL-modem – Handleiding


Hoofdstuk 2: Geavanceerde setup-opties

17


Perma nent VC Settings
Uw serviceprovider verstrekt u de Permanent Virtual Circuit
(PVC)-instelling voor uw elementaire internetverbinding. U kunt
extra PVC’s definiëren voor diensten zoals telefonie of om een
managed Virtual Private Network (VPN) aan te sluiten, indien dit
in uw regio beschikbaar is. Raadpleeg uw serviceprovider.
Enabled?

Standaard ingeschakeld.

VPI

Verstrekt door uw serviceprovider (zie tabel
op pagina 5).

VCI

Verstrekt door uw serviceprovider (zie tabel
op pagina 5).


Static IP Address

De meeste providers maken gebruik van
dynamische IP-adressen; alleen providers die
Bridged of Routed IP Encapsulation
gebruiken, kunnen statische IP-adressen
gebruiken. Als uw provider een statisch IPadres heeft verstrekt, typt u het hier in.

Subnet Mask

Alleen voor gebruikers van een statisch IPadres (zie hierboven): typ hier het
subnetmasker van het statische IP-adres dat
door uw serviceprovider is verstrekt.

Virtual Circuits

Aantal virtuele circuits die kunnen worden
ingesteld: 1-7.

N.B. U moet naar het einde van de pagina scrollen tot aan het veld
Virtual Circuit en een cijfer uit het keuzemenu selecteren om een
PVC te identificeren. Het cijfer 0 is gereserveerd voor de
elementaire setup-instellingen die zijn voorgeconfigureerd voor uw
provider. Vergeet niet om achtereenvolgens op Save Changes en
Write Settings to Flash and Reboot te klikken. Als u meerdere
PVC’s instelt, kunt u overschakelen van de ene PVC op de andere
door een verschillend cijfer uit het keuzemenu Virtual Circuit te
selecteren en op Save Changes en Write Settings to Flash and
Reboot te klikken.


ATM
Met ATM, of Asynchronous Transfer Mode, kunt u de manier
veranderen waarop uw gegevens via internet worden verzonden.

18

X5 ADSL-modem – Handleiding


ATM Service Category

Standaardwaarde is UBR (Unspecified Bit
Rate). CBR (Constant Bit Rate) is optioneel.
U kunt alleen CBR gebruiken als u dit met
uw provider heeft afgesproken.

Bandwidth

Standaardwaarde voor bandbreedte is 0
(wat overeenkomt met UBR). U kunt alleen
een bandbreedte opgeven met CBR.

Enca psula tion
De Encapsulation Mode houdt verband met de VPI- en VCIgetallen, die door uw serviceprovider zijn opgegeven (zie
Permanent VC Settings op pagina 18).
Mode

Verstrekt door uw serviceprovider (zie tabel op
pagina 5).


Bridge
De optie Bridge is standaard uitgeschakeld. U moet deze optie
uitsluitend inschakelen als uw serviceprovider u daarom vraagt.

IGMP (Internet Group Ma na gement Protocol)
IGMP is de internetnorm voor IP-multicasting: het simultaan
verzenden van een bericht naar vele ontvangers. Uw keuzen zijn
enabled (ingeschakeld) of disabled (uitgeschakeld); de
standaardwaarde is disabled.
BELAN GRIJK:
Voordat u IGMP inschakelt, gaat u als volgt te werk: ga
naar de pagina Advanced Setup, klik op Misc
Configuration, selecteer Enabled in het keuzemenu
IGMP Proxy en klik op Save Changes en Write
Settings to Flash and Reboot. Als u deze stap niet eerst
uitvoert, heeft het inschakelen van IGMP op deze pagina
geen enkel effect.

Defa ult Ga tewa y
Gewoonlijk hoeft u geen standaardgateway op te geven in het veld
Default Gateway. U vult alleen iets in als u uw modem op internet
wilt aansluiten via een andere gateway-router of als uw
serviceprovider u heeft gevraagd om dit veld in te vullen.

Hoofdstuk 2: Geavanceerde setup-opties

19


PPP (Point- to- Point Protocol)

PPP is het meest algemeen gebruikte protocol voor de verificatie
van uw verbinding met internet. Als u van serviceprovider
verandert, moet u de gegevens in deze velden wellicht wijzigen.
N.B. Deze instellingen verschijnen ook op uw pagina Basic
Settings.
User Name

Door uw serviceprovider verstrekte
gebruikersnaam.

Password

Door uw serviceprovider verstrekte wachtwoord.

Service Name

Door uw serviceprovider verstrekte servicenaam
(optioneel).

Disconnect
Time

De ADSL-verbinding wordt verbroken als de ADSLlijn gedurende een bepaalde tijdperiode (gemeten
in seconden) niet actief is. Selecteer 0 om te
verzekeren dat de verbinding niet wordt verbroken.

MRU*

Maximum Receive Unit (maximale
ontvangeenheid). Grootste fysieke pakket, in bytes,

dat door een netwerk kan worden ontvangen. Alle
grotere pakketten moeten worden gefragmenteerd.
De standaardwaarde is 1492.

MTU*

Maximum Transmission Unit (maximale
verzendeenheid). Grootste fysieke pakket, in bytes,
dat door een netwerk kan worden verzonden. Alle
grotere pakketten moeten worden gefragmenteerd.
De standaardwaarde is 1492.

MSS*

Maximum Segment Size (maximale
segmentgrootte). Grootste gegevenssegment, in
bytes, dat binnen elk IP-pakket is toegestaan. De
standaardwaarde is 1432.

Authentication

Methode voor PPP-gebruikersverificatie. De
standaardwaarde is Auto; u kunt alleen CHAP of
PAP opgeven.

Automatic
Reconnect

Standaard ingeschakeld. Schakel dit selectievakje
uit als u niet automatisch opnieuw wilt worden

verbonden nadat de ADSL-verbinding onverwachts
is verbroken.

*U moet uw PPP-gebruikersnaam en -wachtwoord invoeren voordat u
wijzigingen aan deze velden aanbrengt; anders treden uw wijzigingen niet in
werking.

20

X5 ADSL-modem – Handleiding


DHCP (Dyna mic Host Configura tion Protocol)
DHCP is standaard uitgeschakeld. Gewoonlijk hoeft u uw DHCPinstelling niet te wijzigen. Wijzig deze instelling alleen als uw
serviceprovider u erom vraagt.
DHCP client enable

Schakel dit selectievakje alleen in als uw
serviceprovider u hierom vraagt.

Host Name

Zo nodig door uw serviceprovider verstrekte
hostnaam.

2.3 LAN - instellingen
Door uw LAN ADSL-setup en DHCP-instellingen te wijzigen,
kunt u het door de X5 toegewezen aantal DHCP-adressen
beperken. Klik op LAN Settings op de pagina Advanced Setup
om uw instellingen te wijzigen.


Hoofdstuk 2: Geavanceerde setup-opties

21


IP Address

IP-adres van de X5. De standaardwaarde is 10.0.0.2.

Subnet Mask

Subnetmaskeradres van de X5. De standaardwaarde
is 255.255.255.0.

DHCP Server

Standaard ingeschakeld.

DHCP
Address Pool
Selection

De DHCP-adresgroep is gebaseerd op het IP-adres
van de X5 plus 12 IP-adressen; bijvoorbeeld als het
IP-adres van de X5 op de standaardwaarde 10.0.0.2
is ingesteld, is de DHCP-adresgroep 10.0.0.410.0.0.15. Standaard wijst het systeem de
adresgroep toe. Een groep van maximaal 253 door
de gebruiker gedefinieerde adressen is optioneel.


User Defined
Start Address

Door de gebruiker gedefinieerd beginadres van de IPadresgroep.

User Defined
End Address

Door de gebruiker gedefinieerd eindadres van de IPadresgroep.

Lease Time

In dagen, uren, minuten en seconden gemeten
leaseduur. De standaardwaarde is 1 dag.

User Mode

De standaardwaarde voor de gebruikersmodus is
Multi-User.

2.4 N AT- firewa ll
De ingebouwde NAT (Network Address Translation)-firewall van
de X5 biedt een goede bescherming tegen ongeoorloofde toegang.
Onder NAT zijn de interne IP-adressen van een netwerk
particulier, terwijl internet één openbaar IP-adres ziet. Met NAT
kan het openbare IP-adres slechts door één LAN-gebruiker worden
gebruikt. De meer robuuste tegenhanger van NAT, NAPT
(Network Address Port Translation), laat nader aangeduide LANgebruikers één enkel openbaar IP-adres delen. Zowel NAPT als
NAT zijn transparant voor eindgebruikers.
De NAT-firewall van de X5 is standaard ingeschakeld; de

standaardinstelling is dynamic NAPT – alles is automatisch. Met
dynamische NAPT kan iedereen het openbare IP-adres (d.w.z. het
WAN IP-adres van de modem) gebruiken. U hoeft niets aan deze
instelling te veranderen. Als uw serviceprovider u echter vraagt om
deze instelling uit te schakelen of te veranderen, gaat u naar de
pagina Advanced Setup en klikt u op NAT.

22

X5 ADSL-modem – Handleiding


NAT

De standaardwaarde is dynamic NAPT. Opties zijn Disable,
NAPT en NAT. Wijzig deze instelling niet tenzij uw provider
hierom vraagt. N.B. Als u Disable selecteert, worden alle
firewall-functies van de modem uitgeschakeld.

Session
Name

Alleen van toepassing op NAT; door de gebruiker
definieerbare naam om een onderscheid te maken tussen
verschillende NAT-sessies, verschillende PPP-sessies en
verschillende PVC’s.

User’s IP

Het IP-adres van de client-computer die u wilt toevoegen.


Action

De keuzen zijn toevoegen (Add) of verwijderen (Delete).

2.5 Virtuele server
Als u externe gebruikers toegang tot een of meerdere computers op
uw LAN moet verlenen – bijvoorbeeld als u als host optreedt voor
een internetspel – moet u een van de inkomende poorten van de
X5 openmaken. Een poort is een eindpunt naar een logische
verbinding. Het poortnummer identificeert het te gebruiken
logische kanaal. Zo wordt poort 21 geassocieerd met FTP (File
Transport Protocol). Als er geen poort wordt opengemaakt,
worden de pakketten door de X5 geblokkeerd en verwijderd.
Een poort kan onder meer worden opengemaakt door een virtuele
server te implementeren (dit wordt soms ‘port forwarding’ [poort
doorsturen] genoemd). Denk eraan dat één virtuele server één
poort openmaakt. Het is mogelijk om meerdere poorten open te
maken (maximaal 20), maar u moet voor elke poort afzonderlijk
Hoofdstuk 2: Geavanceerde setup-opties

23


een virtuele server configureren. In andere gevallen is het wenselijk
dat alle poorten open zijn. Hiervoor moet u een ‘demilitarized
zone’ (DMZ) configureren; zie pagina 27 voor instructies over het
configureren van een DMZ.
U kunt een virtuele server instellen aan de hand van het volgende
voorbeeld. In het voorbeeld tonen we hoe u uw computer als een

FTP-server kunt gebruiken.
Tip: Het verdient aanbeveling dat u de poortenlijst op de website
Practically Networked raadpleegt, als u hulp nodig heeft:
http:/ / www.practicallynetworked.com/ sharing/ app_port_list.htm.

1

U moet eerst een host-IP-adres opgeven. Keer terug naar de
pagina Advanced Setup en klik op LAN om naar de pagina
met de LAN-instellingen te gaan. De begin- en eindadressen
van het gedefinieerde LAN IP-adresbereik, bijvoorbeeld
10.0.0.4 en 10.0.0.15, worden weergegeven. Uw host-IP-adres
moet een statisch IP-adres buiten dit bereik zijn, bijvoorbeeld
10.0.0.16.
Ga naar Start | Instellingen | Netwerk- en
inbelverbindingen om dit statische adres in te stellen. Klik
met de rechtermuisknop op LAN-verbinding, selecteer
Eigenschappen, markeer de vermelding TCP/ IP voor uw
NIC-kaart en klik op Eigenschappen.

24

X5 ADSL-modem – Handleiding


N .B. Deze TCP/IP-instructies en het scherm hieronder zijn
kenmerkend voor een computer onder Windows 2000 of XP; als u
Windows 98 of Me gebruikt, kan dit lichtjes variëren. Als u een
gebruiker van Macintosh of Linux bent en hulp nodig heeft met uw
TCP/IP-instellingen, zie dan de bijlage op pagina 53.


a Klik op de keuzerondjes Het volgende IP-adres gebruiken
en De volgende DNS-serveradressen gebruiken.

b Voer onderstaande adressen in het dialoogvenster
Eigenschappen in.
BELAN GRIJK: U moet al de vier velden invullen.
IP-adres

10.0.0.16

Subnetmasker

255.255.255.0

Standaardgateway (het LAN IP-adres van
de X5)
Voorkeurs-DNS-server

10.0.0.2
10.0.0.2

c Klik op OK.

2

Ga terug naar de pagina Advanced Setup van de X5 en klik
op Virtual Server.

Hoofdstuk 2: Geavanceerde setup-opties


25